Overwegingen & Advies Provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit
Noël van Dooren
Waarom dit advies?
Een verkenning van de effecten van de pandemie op ruimte en landschap

In augustus 2020 trad ik voor drie jaar aan als provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit. Natuurlijk kleurt de coronapandemie mijn termijn sterk. Ik kondigde daarom al in mijn werkplan (februari 2021) het onderzoek Ruimte na corona aan: een verkenning van de effecten van de pandemie op ruimte en landschap. De bevindingen beloofde ik eind 2021 te delen. Ik verwachtte dat de coronapandemie in dit kalenderjaar zou wegebben en we de scherven zouden kunnen gaan opruimen. Nu, eind 2021, weten we dat dat niet het geval is. De WRR en de KNAW legden in september al vijf scenario’s voor. Daarin is het op korte termijn uitdoven van de pandemie de meest optimistische. Minder optimistische scenario’s gaan ervan uit dat we nog vele jaren tegen het virus zullen vechten, of dat we ermee moeten leren leven. Dat sluit – helaas - aan bij onze eigen ervaring. Onze verwachtingen over de afloop van de pandemie en een wereld na COVID-19 ontwikkelden mee met de verschillende fases die de pandemie kende. Zo worden ook dit onderzoek en dit advies getekend door de periode waarin ze tot stand kwamen. Dat was in november 2021, met een onverwacht snel oplopende nieuwe golf van besmettingen en de ontdekking van weer een nieuwe variant, omikron. Ruimte na corona blijkt in die zin een overmoedige titel. Maar dat doet niets af aan de relevantie van een verkenning hoe corona zal doorwerken in de komende jaren.

Een betere wereld na de pandemie

In het voorjaar van 2020 zagen we in vele idealistische toekomstbeelden een betere wereld na de pandemie. Die toekomstbeelden bouwden vaak voort op een al bestaande agenda van de afzender, waarbij corona als de drijvende kracht werd gezien om onverwacht grote stappen te zetten. Dit ontnam het zicht op de daadwerkelijke en specifieke gevolgen die de coronapandemie kan hebben de komende jaren. Ik wil juist die gevolgen in beeld brengen, en omzetten in een advies.

Bevindingen
Na de genoemde idealistische toekomstbeelden tekenden diverse gedegen onderzoeken inderdaad mogelijke specifieke gevolgen op.

Mijn domein, dat van ruimte en landschap, is nooit expliciet doel van zulk onderzoek. Toch valt er veel uit te leren over ruimte en landschap. Samen met een team uit de provinciale organisatie heb ik vele studies doorgenomen en gesprekken met experts gevoerd. In onze opdracht werd een fotografisch en journalistiek portret gemaakt. Twee voor dit advies geschreven essays schetsen een bredere context. Eveneens twee ruimtelijke verkenningen laten zien hoe we kunnen reageren op de pandemie in termen van ruimte en landschap. We ontdekten parallelle initiatieven met onderzoek naar of advies over ‘hoe nu verder?’ en spraken met de auteurs. 
Dit advies leunt op een breed palet van bronnen. Ik wil hier een paar voorbeelden geven van wat wij aantroffen. Daarmee wil ik vooral duidelijk maken hoe breed de invloed is die de coronapandemie op ruimte en landschap uitoefent.
Zo dook in de expertgesprekken het begrip pandemic preparedness op: wat leert deze pandemie ons over hoe we voorbereid zijn op een dergelijke situatie? Het ontwerpend onderzoek van Flux vertaalt dat naar de praktijk. En het begrip deroutinization: mensen hebben langdurige routines, met name door de lockdowns, moeten doorbreken. Welke invloed heeft dat op hun toekomstig gedrag? Met zulke concepten uit de theorie verbonden wij de praktische vraag: wat betekent dat voor ruimte en landschap?
Studie van de literatuur wees op de tegenstrijdigheden en de onberekenbaarheid van effecten. Zo zijn wellicht de vervoersbewegingen tussen woon- en werkplek afgenomen, maar die afname bood ruimte aan nieuwe vervoersbewegingen voor andere doelen. Het maakt dan nogal wat uit of je het wilt hebben over pieken tijdens de spits, afgelegde aantal kilometers of CO2-uitstoot. En denk aan parkeerruimte in de woonomgeving. Het onderzoek van Urhahn vraagt zich af wat het effect is als vele auto’s daar gedurende de werkdag blijven staan? Meerdere bronnen, zie bijvoorbeeld het recente rapport Thuiswerken en de gevolgen voor wonen, werken en mobiliteit (PBL, september 2021) concluderen dat effecten van mogelijk meer thuiswerken na corona op de woningmarkt en de kantorenmarkt ‘vooralsnog beperkt’ lijken. Gaat er nu een trek naar buiten de stad plaatsvinden? Nee, stelt het planbureau vast, dat wordt niet door feiten onderbouwd. Maar: het is zeker zo dat bij verhuisoverwegingen vandaag de dag thuiswerken een rol speelt. Dat kan dus betekenis gaan hebben, ook al zien we dat nu nog niet.
Tanny Dobbelaar duidt in haar essay het concept van holobionten aan. Dat zegt dat wij mensen geen vastomlijnde individuen zijn maar dat we verweven zijn met talloze andere organismen. Zo’n benadering levert een heel ander idee op van hoe de mens met de ruimte om zich heen is verbonden, en juist die relatie tussen mens en ruimte bleek zo ‘besmet’ in deze tijd. In de gesprekken met verwante onderzoeksgroepen werd onderstreept dat de begrippen nabijheid en afstand veel gelaagder zijn geworden – ver teruggetrokken in een domein van luttele vierkante meters overbruggen we digitaal enorme afstanden. Jeroen van Schaick munt in het tweede essay de term tussentijd. Beleid richt zich vaak op het directe nu, of juist op de lange termijn, maar heeft moeite met een zinvol handelingsperspectief voor de komende vijf tot tien jaar. En dat is juist het tijdsframe waarbinnen zich de daadwerkelijke veranderingen door corona zullen gaan aftekenen. Daarmee bouwt dit advies voort op, maar neemt ook afstand van de eerdere studie Navigeren in de mist die de provincie begin 2021 publiceerde. In die studie is de lange termijn het richtpunt. Verder speelt ‘ongemak’ een belangrijke rol in het essay van Jeroen van Schaick. Hoe kan de provincie reageren op de vaak zo grote of wereldwijde en tegelijk zo lokale huis-en-tuin effecten van corona?

Figuur – Momentum benutten voor een structurele verbetering (Flux, 2021)
Figuur – Momentum benutten voor een structurele verbetering (Flux, 2021)
Dwars door de literatuur en de gesprekken heen zien we een gedeelde overtuiging.

Deze coronapandemie zal zeker effecten hebben, maar een advies over gewenst overheidshandelen kan zich nooit alleen daarop richten. De effecten zijn namelijk te tegenstrijdig, te ambigu of simpelweg nog niet bekend. Bovendien blijkt nu al dat een beleid dat sterk reageert op deze crisis ongunstig kan zijn voor de langetermijnopgaven. Denk daarbij aan de omvangrijke investeringspakketten, die vaak in de eerste plaats bestaande bedrijvigheid in de benen trachtten te houden. We hebben daarom geen al te directe reactie op effecten van corona nodig. Het gaat veel meer om een window of opportunity dat er nu is: de kaarten zijn opnieuw geschud, nieuwe coalities zijn gevormd, ondenkbare besluiten genomen. Daarbij zijn tegenstellingen verscherpt: rijk werd rijker, arm werd armer; jong kwam tegenover oud te staan; vaccinatie bleek een splijtzwam. En tegelijk schiep de situatie ook nieuwe mogelijkheden: het al jaren beoogde partnerschap van groen en gezondheid blijkt opeens cruciaal.

Figuur – Het idee van de 15-minuten-buurt krijgt met corona nieuwe betekenis (Urhahn, 2021)
Figuur – Het idee van de 15-minuten-buurt krijgt met corona nieuwe betekenis (Urhahn, 2021)
Impact pandemie: verkenningen en scenariostudies

Wij zijn met deze verkenning niet de enigen die de impact van de coronapandemie in beeld probeerden te krijgen. In onze verkenning zijn we schatplichtig aan verschillende verkenningen en scenariostudies die anderen deden. 
Zo hield Trendbureau Overijssel een pleidooi om de ruimte van het  ‘nog niet weten’ te benutten en zagen zij 23 uitdagingen voor na de pandemie. De gemeente Zoetermeer deed als een van de weinige kleine tot middelgrote gemeenten een brede scan van corona-effecten met oog op haar omgevingsbeleid. Platform31 bood samen met de G40 een verbrede blik op  ‘de coronacrisis en de stad’.  In Rotterdam stond de Economische Verkenning Rotterdam 2021 (EVR2021) helemaal in het teken van de impact van corona. 
Uit Vlaanderen kwamen de eerste signalen over mogelijke effecten op ruimtelijke vraagstukken. De gemeente Amsterdam verdiepte die invalshoek met zes ‘stadsgesprekken’ uitmondend in enkele verrassende inzichten. De Universiteit Utrecht deed iets vergelijkbaars met haar Futuring Corona Vlog Series in een poging een nieuwe taal te ontwikkelen om op verfrissende wijze naar de toekomst na of mét de coronapandemie te kijken. 
De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur kwam al vrij vroeg met de richtinggevende verkenning ‘Groen uit de Crisis’.  Het Planbureau voor de Leefomgeving, ten slotte, kwam in 2021 met een stevige analyse van de effecten van thuiswerken op wonen, werken en mobiliteit. 
Naast de Zuid-Hollandse scenariostudie Navigeren in de Mist hebben we ook veel geleerd van andere scenarioverkenningen, zoals die van de WRR en de KNAW. We kregen grip op de vertaling van scenario’s naar handelingsperspectief door de scenariostudie van UvA, VU en BCG in Amsterdam. In Zuid-Holland ontwikkelde Greenport West-Holland samen met ACCEZ in coronatijd toekomstscenario’s voor de tuinbouwsector. Kennis en scenariostudies van partijen zoals de Rabobank voedden onze inzichten met actuele informatie over het steeds veranderende beeld. 

Het advies voorbij
Het advies is een vertrouwde stijlvorm van de provinciaal adviseur, met de expertise die van die persoon verwacht wordt. In dit bijzondere geval past bescheidenheid.

De coronapandemie is zeer ernstig en heeft grote gevolgen. Die bevinden zich voor een belangrijk deel buiten het ruimtelijk domein, en ze zijn ook nog eens met grote onzekerheid omgeven. Mogelijke effecten van de pandemie die we vorig jaar groot inschatten, lijken nu minder groot uit te pakken. Ook blijkt bij nadere beschouwing dat waargenomen veranderingen meestal deel zijn van een trend die al langer aan de orde was. De coronacrisis had vooral een versterkend of versnellend effect. De geschiedenis van de pandemie wijst verder uit dat onze ideeën over de wereld na de pandemie meebewegen met de ontwikkeling van de pandemie zelf. Enige reserve over wat ons nu te doen staat is dus op zijn plaats. Tegelijk is er onmiskenbaar nood aan daadkrachtig handelen en moeten grote lijnen worden uitgezet. En er zijn heel duidelijk veranderingen die we graag zouden vasthouden. De ontwerpende studies van Urhahn en Flux laten zien dat de coronapandemie een nieuw perspectief geeft op onze relatie met de buurt, de directe woonomgeving, het nabije groen. Of dit nu direct voortvloeit uit de coronapandemie, of een complexe vermenging blijkt met al aanwezige trends, is niet zo duidelijk. 

In feite is dus niet op voorhand duidelijk in welke rol de provincie wordt aangesproken met Ruimte na Corona.

Daarom betitel ik dit stuk als een combinatie van overwegingen, advies en uitnodiging tot gesprek. Soms is er een evidente noodzaak tot ingrijpen, maar veel meer liggen er keuzes voor, die praktisch, politiek en moreel van aard zijn. De coronapandemie heeft ons dermate uit het lood gebracht, dat een terugkeer naar de wereld zoals we die kenden van voor corona ingewikkeld is. Maar we zijn ook niet opeens in een andere wereld beland. Deze dubbelzinnigheid biedt ruimte. Ruimte om een standpunt in te nemen, ruimte om in actie te komen, ruimte om juist even pas op de plaats te maken en ruimte om een rol te pakken.

Beperkingen en kansen
De coronapandemie maakt veel slachtoffers en trekt een zware wissel op ons leven en werken.

De schade voor diverse sectoren, van bedrijfsleven tot onderwijs en cultuur, is enorm. In dat licht voelt het bijna triviaal om te spreken over het dagelijks ommetje, parkeervraagstukken, pakketbezorgers en de waarde van natuurgebieden. Tegelijk zien we dat gezondheid, economie, digitalisering, werken en mobiliteit veel aan de orde komen in de onderzoeken naar de effecten van de pandemie. Onmiskenbaar hebben die terreinen invloed op ruimte en landschap, maar de concrete vertaling naar die domeinen, of die nu strategisch van aard of heel concreet is, kreeg tot nog toe weinig aandacht. In dit advies denken we juist vanuit ruimte en landschap, en laten we zien dat er een sterke relatie is met wonen en werken, gezondheid, frisse lucht, buiten zijn, bewegen, openbare ruimte, park en natuur.

Figuur – Onze dagindeling en ruimtegebruik zou er wel eens blijvend anders uit kunnen gaan zien. Urhahn (2021) bracht dat voor verschillende fictieve personages in beeld.
Figuur – Onze dagindeling en ruimtegebruik zou er wel eens blijvend anders uit kunnen gaan zien. Urhahn (2021) bracht dat voor verschillende fictieve personages in beeld.
Hoe we tegen COVID-19 en de gevolgen van de pandemie aankijken wordt sterk gekleurd door de ‘sociale bubbel’ waarin we leven.

Ook bij het schrijven van dit advies is dat een gevaar. Zo speelt het thuiswerken in het onderzoek een grote rol, maar voor een deel van de samenleving is dat helemaal niet aan de orde. De coronapandemie heeft schrijnend aan het licht gebracht dat bepaalde wijken en bepaalde groepen bovenmatig getroffen zijn. Dat vormt een groot probleem dat de verschillende politieke agenda’s overstijgt. Op korte termijn is reparatie van schade essentieel, op lange termijn juist het werken aan betere kansen. De sociaaleconomische contrasten zijn zeker in Zuid-Holland groot. Het is cruciaal dat het bestuur hier de volle aandacht aan geeft. Maar hoewel dit vooral een sociaal en economisch vraagstuk is, zijn er toch ook verbindingen met een ruimtelijke benadering. Wanneer thuiswerken daadwerkelijk leidt tot afvlakking van mobiliteitspieken hebben alle Zuid-Hollanders, en juist ook de werkenden op locatie, daar baat bij. In tijden van lockdown bleken juist nabije groengebieden essentieel voor het welzijn van huishoudens met letterlijk en figuurlijk te weinig ruimte.

Een onderzoek met een ruimtelijke invalshoek heeft dus zijn beperkingen, maar biedt ook kansen.

De nieuwe routines dankzij de pandemie, ook al ontstonden ze in een negatieve situatie, hebben in zekere zin de keuzeruimte vergroot. Dat geldt voor thuiswerken, het gebruik van digitale middelen, de andere betekenis van de lokale omgeving. Dat is een opmerkelijk nieuw inzicht, dus hoe gaan we in het denken over ruimte en landschap om met die grotere keuzeruimte?

Content image 1
Figuur – Het ‘actieve park’: flexibiliteit tijdens de pandemie (Flux, 2021)
Content image 2
Figuur – Het ‘actieve park’: impuls met oog op langetermijndoelen (Flux, 2021)
Benadering
Corona stelt ons voor vragen op de buitengewoon korte termijn, leidt wellicht tot veranderingen in de komende jaren en verbindt zich met opgaven op de lange termijn.

Dat alles roept, als het gaat om ruimte en landschap, vragen op van een verschillend abstractieniveau, met een heel andere tijdshorizon:

  • Wat moet direct gerepareerd of hersteld worden? Denk aan de vele noodmaatregelen die in het verkeer getroffen zijn of de openbare ruimte die met spoed omgebouwd werd tot vaccinatielocatie. Ik beschouw het terugdraaien hiervan als voor zich sprekende correcties die buiten het domein van dit advies vallen. Maar ik signaleer wel dat er prikkelende vragen opdoemen. Zijn bijvoorbeeld parkeerplaatsen die opgeheven zijn ten gunste van een ruimer terras te herstellen situaties of te behouden verbeteringen?
  • Welke veranderingen willen we vasthouden; welke veranderingen willen we zo snel mogelijk keren? Waarschijnlijk zal iedereen blij zijn als een andere organisatie van werken leidt tot minder file. Maar extra autogebruik om de trein te mijden is zeker een verandering die we graag weer willen terugbuigen.
  • Wat leren we ervan? Schuilkelders en overloopgebieden kwamen voort uit eerdere rampen. Welke faciliteiten maken ons beter voorbereid op een nieuwe golf, een volgende pandemie, een andersoortige ramp?
  • Welk momentum schept deze situatie voor maatregelen die misschien reageren op de pandemie, maar in feite een bredere agenda dienen? Zou het gegroeide aantal internetbestellingen de spreekwoordelijke druppel kunnen zijn om het bijbehorende logistieke systeem beter te organiseren?
  • Waar vallen zinvolle reacties op de pandemie samen met de langetermijnagenda van de grote maatschappelijke opgaven – van armoede tot klimaatverandering?
Content image 1
Figuur – Kansen en strategieën om stad en buitengebied te verknopen als we langetermijndoelen aan lessen uit corona verbinden (Flux, 2021)
Tegen deze achtergrond kom ik tot een advies met vier lagen van abstractie:
  • Het eerste niveau betreft de strategische keuzes die voorliggen. Het gaat om de rol die de provincie wil innemen, met gevoel voor het moment.
  • Het tweede niveau agendeert thematische discussies, voortkomend uit of aangejaagd door de pandemie, en vraagt de provincie positie in te nemen.
  • Het derde niveau nodigt uit tot concreet handelen, ook specifiek voor Zuid-Holland.
  • Het vierde niveau spreekt de provincie niet alleen als overheid en beleidsmaker aan, maar ook als grote werkgever.

Daarbij bouw ik voort op eerdere acties van de provincie dit jaar, mede naar aanleiding van de studie Navigeren in de Mist. Die studie signaleert bijvoorbeeld dat in tijden van crisis met name ook het investeringspotentieel van overheden belangrijk is. Voor Zuid-Holland wordt het ‘achterblijvende groeivermogen’ genoemd. Het ligt voor de hand dit te verbinden aan de sociaaleconomische kloof in de samenleving die door corona versterkt is.

Tegelijk lijkt er nog veel onbenut groei- en innovatiepotentieel te zijn.

Navigeren in de Mist adviseert dan ook om een strategische regionale projectenportefeuille te maken gericht op onbenut innovatiepotentieel. Juist als daarmee aangehaakt wordt bij de grote transities komen ook de herstelfondsen in beeld. Met de Groei-agenda wordt daaraan gewerkt. Op https://www.zuid-holland.nl/actueel/coronavirus/ laat de provincie meer voorgenomen acties zien. Een deel van die acties richt zich nog vrij direct op de coronaperiode zelf. Dit advies richt zich vooral op de komende jaren, die we later wellicht als de jaren na de pandemie zullen zien, of als de jaren waarin we leerden leven met de pandemie.

Figuur – Bewustwording en gedragsverandering op korte termijn hangen samen met systeemverandering op lange termijn (Urhahn, 2021)
Figuur – Bewustwording en gedragsverandering op korte termijn hangen samen met systeemverandering op lange termijn (Urhahn, 2021)
vier scenarios