Advies
1. Strategische keuzes

De aanpak van de coronapandemie vroeg om een zeer actieve rol van het rijk en van regionale verbanden als de veiligheidsregio. Onvermijdelijk gaan we nu een volgende fase in waarin de gevolgen van de pandemie op onze toekomst aan de orde zijn. Die gevolgen zijn niet zo duidelijk als wel eens werd gedacht. Ze worden wellicht pas later goed zichtbaar. In deze ambigue situatie kan de provincie een rol pakken, als bestuurslaag die de agenda zet, kennis verspreidt, enthousiasmeert, investeert. En op haar vertrouwde terrein, dat van groenblauwe, recreatieve en verkeersnetwerken, kan de provincie kordaat reageren op de pandemie, met beleid en investeringen.

Content image - Strategische keuzes
Dat de effecten van de pandemie lopen van de dagelijkse leefomgeving tot de mondiale verhoudingen geeft de provincie strategische positie.

Navigeren in de Mist preciseert de rol van de provincie; de meerwaarde van beleid in de nasleep van de pandemie is er zeker en zit in ‘politiek-bestuurlijk moeizame transitiedossiers, zoals landbouw, klimaat en energie’.

Ik adviseer de provincie zelfbewust een rol te pakken en zichzelf nu expliciet, dwars door de verschillende portefeuilles heen, een taak te geven in het denken over ruimte en landschap na corona.

De wereld post-corona stelt ons voor verschillende strategische problemen. Corona heeft grote veranderingen veroorzaakt. Sommige veranderingen - zoals wellicht een groter aandeel thuiswerken - zijn het behouden waard, zeker als daardoor mobiliteitspieken afvlakken. Maar blijvend meer thuiswerken heeft ook nadelen en gaat niet vanzelf, dus actie is nodig. Tegelijkertijd is juist terughoudend gevraagd bij het uitwerken van eerdere beslissingen waar de pandemie tot nieuwe inzichten leidde.

Ook het PBL adviseert deze parallelle strategie: maak haast, en wacht soms juist af. Weliswaar buiten Zuid-Holland gelegen, maar toch een vaak genoemd voorbeeld is de verbreding van de A27 ten koste van Amelisweerd: moeten we daar geen pas op de plaats maken? Voor Zuid-Holland is het dus gewenst voorgenomen investeringen nog eens tegen het licht te houden.

Spreek uit dat we een aantal veranderingen, zoals de verminderde filedruk, gewenst vinden en willen vasthouden.

Neem nu kordaat maatregelen en ontwikkel beleid om dit naar een duurzame vorm te brengen. Heb oog voor de nadelen van thuiswerken; alleen bij goede oplossingen kan een duurzaam vergroot aandeel thuiswerken als winst worden ingeboekt. Vertraag daarentegen bewust, waar corona nieuwe inzichten bracht die afwegingen over grote investeringen kunnen beïnvloeden. Licht het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur daar op door.

Van een fase van improviseren en de boel overeind houden moeten we weer vooruit gaan kijken. De samenleving moet voor de komende jaren ook weer nieuw perspectief worden geboden. Zoals in het essay van Tanny Dobbelaar staat: de capacity to aspire moet worden aangewakkerd. De pandemie vraagt om een Staten-breed plan dat zich richt op een overzichtelijke tijdsspanne, bijvoorbeeld de komende vijf jaar.

Dat is een periode waarin we, afhankelijk van welk scenario werkelijkheid wordt, een wereld na corona vormgeven, of een wereld met corona moeten inrichten. Dat plan gaat over reparatie, vasthouden van gunstige veranderingen en het aangrijpen van kansen, juist om stap voor stap weer te gaan werken aan de langetermijnopgaven. Maar we moeten dit niet alleen aan de pandemie ophangen; het is de hoogste tijd dat ook de grote opgaven (energietransitie, landbouwtransitie, klimaatopgave) weer in het vizier komen. Beleid dat in het heetst van de crisis zinvol was, maar eigenlijk de langetermijndoelen blokkeert moet nu snel worden afgebouwd.

Nu gaat het er om uit te lichten waar beleid voor de doorwerking van corona samenvalt met de doelen van die grote opgaven – bijvoorbeeld in de vorm van gerichte investeringen in groene ruimte. Want er is een window of opportunity, mede door de vele verrassende coalities die in deze tijd zijn gesloten. Dat window of opportunity is uit de aard der zaak begrensd. Zeker ook omdat er in 2023 verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn.

Ik adviseer het huidige college doelbewust in de laatste fase van haar periode actief op te treden, omdat er nood is aan kordaat en korte-termijn handelen.Stel voor de middellange termijn een agenda op die de samenhang tussen gevolgen van corona en langetermijndoelen voor de grote opgaven adresseert.

Content image 1
Figuur – Inzetten op nabijheid vraagt om slimme keuzes en investeringen, bijvoorbeeld voor functiemenging, voor fietsen, en voor de noodzakelijke diversiteit in wijken en regio’s – Urhahn, 2021
2. Thematische discussies

Op basis van ons onderzoek signaleer ik in het domein van ruimte en landschap vier grotere discussies die op verschillende manieren richting zullen gaan geven aan vervolgstappen.

Content image - Thematische discussies
In de stad, nabij de stad, ver weg van de stad

Eén van de narratieven rond corona is ‘verhuizen naar het platteland’. Dat blijkt in de praktijk heel wat genuanceerder te liggen. Juist stedelijke omgevingen, mits er een voldoende aanbod is aan kwalitatief goede, nabije groene ruimte, hebben aangetoond hun bewoners een veelzijdig aanbod te geven dat er in crisistijd toe doet. Ook blijkt, dat een eventueel vertrek uit de stad allerlei gradaties kent. Is dat een beweging van centrum Den Haag naar Waddinxveen of een trek van Delft naar Goeree-Overflakkee of een vertrek uit Zuid-Holland naar de Achterhoek? Feit is dat op de lange duur, bij een blijvend groter thuiswerkaandeel en goede voorzieningen voor meetings op afstand, een nieuwe overweging aan de woonplaatskeuze wordt toegevoegd. Hoe dat uitwerkt op de stad staat nog te bezien.

Zoals in Amsterdams onderzoek naar corona-effecten werd aangeduid: de keuzevrijheid is vergroot – en dat kan in diverse richtingen uitwerken. Juist voor Zuid-Holland met zijn grote woningbouwopgave speelt er meer: welke bredere afwegingen over woonkwaliteit zijn op een termijn van 5 tot 10 jaar relevant en hoe pakken die uit voor specifieke Zuid-Hollandse woonmilieus? En in hoeverre kleurt dat een langetermijndiscussie over de toekomst van de Zuid-Hollandse metropool in de context van klimaatverandering en zeespiegelrijzing? Dat is in de tijd ver weg, maar alleen al de bouw van het Vijfde Dorp in de diepgelegen Zuidplaspolder jaagt de discussie aan wat de provincie Zuid-Holland wil en kan faciliteren, met het oog op die lange termijn. Welke nieuwe perspectieven levert de pandemie op deze vraagstukken?

Betrek lessen uit de coronapandemie, zoals nieuwe inzichten over woonruimte en woonomgeving, in een breder debat over ruimtelijke kwaliteit, bouwen en wonen in Zuid-Holland. Er is geen reden om alleen vanwege de pandemie opvattingen over de toekomst van de metropool en meer concreet de bouwopgave te herzien. Maar betrek inzichten uit de pandemie wel bij de structuurdiscussie die Zuid-Holland hard nodig heeft.

Publieke ruimte

De openbare ruimte, of dat nu een plein in de binnenstad is, een veldje in de buurt, een bushalte of een strand, het zijn de plekken waar we elkaar ontmoeten en waar we samenleven. Mede door de versterkte kloven in de samenleving heeft corona enorm polariserend gewerkt. De publieke ruimte is ook de plek geworden om die tegenstellingen te uiten. Corona-maatregelen hebben de publieke ruimte tijdelijk gesloten verklaard of restrictiever georganiseerd. De publieke ruimte in de breedste zin des woords moet ons zeer dierbaar zijn. Zo’n publieke ruimte is toegankelijk, openbaar en verwelkomend en nodigt uit tot gesprek. Dat is in een democratische samenleving een belangrijk aanbod om vertrouwen en letterlijk samen leven te herstellen. Dat is een opgave dwars de overheidslagen heen, maar de provincie kan zich hier agenderend, initiërend en verbindend opstellen.

Provincie, kom met een Programma Publieke Ruimte. Bouw in figuurlijke zin aan een publieke ruimte van vertrouwen door initiatieven op sociale media, internet en in de pers aan te moedigen die een open uitwisseling over de toekomst van Zuid-Holland bevorderen – juist nu. Neem in samenspraak met gemeenten praktische en concrete actie om de (fysieke) publieke ruimte terug te winnen voor iedereen. Doe dit door nadrukkelijk beperkingen van toegankelijkheid weer af te bouwen en initiatieven aan te moedigen die een divers, gevarieerd, contactrijk gebruik van openbare ruimte bevorderen.

Dagelijkse leefomgeving

De pandemie heeft een nieuw licht geworpen op de betekenis van de dagelijkse leefomgeving. De gedwongen lockdowns hebben tot nieuwe ontdekkingen van de buurt en de groene ruimte om het huis geleid. Thuiswerken leidt tot andere verwachtingen van de dagelijkse leefomgeving. De ontwerpstudies van Urhahn en Flux gaan daar uitgebreid op in.  Ideeën zijn nodig voor slimme investeringen in de dagelijkse leefomgeving om die uitnodigender te maken voor ontmoeten, sport, frisse lucht en natuurbeleving nabij de woning. Een zeker ongemak dringt zich wel op. Ook wijzelf waren verrast dat in de ontwerpverkenningen naar een wereld na corona het schaalniveau van de buurt en de dagelijkse leefomgeving zo belangrijk bleek. Veel actuele opgaven die ons bezighouden, of het nu gaat om klimaat, de landbouw of de woningbouw, spelen zich af op hogere schaalniveaus. En juist ook de provinciaal adviseurs hebben vaak opgeroepen vraagstukken op een voldoende hoge schaal te bekijken om de samenhang te kunnen zien met het landschap en tussen actuele opgaven onderling. In dat licht lijkt het buurtniveau triviaal. Maar als we iets willen leren van de coronapandemie, dan is dat de herwaardering van de directe woonomgeving, de buurt, de wijk en het nabije openbaar groen. Belangrijk daarbij is dat de nieuwe Wet Publieke Gezondheid gemeenten een centrale rol geeft in het bevorderen van de gezondheid van haar burgers. De provincie kan gemeentes bijstaan in het invullen van die nieuwe taak. En de schaalsprong maken naar de grote groene ruimte: zo was het Nationaal Park Hollandse Duinen vaak té druk, een vaststelling die zowel positief als negatief is.

Ga samen met gemeenten in gesprek over de nieuwe inzichten in de betekenis van de dagelijkse leefomgeving voor de gezondheid, zoals de beschikbaarheid van een gevarieerd aanbod aan verbindingen van kleine ommetjes tot de bereikbaarheid van natuurgebieden op afstand. Neem, vooral ook vanuit de positie in groene en blauwe netwerken, een voortrekkersrol. Die blijft niet beperkt tot agendering, stimulering, kennisdeling en verbinding, er is een duidelijke nood aan vergroting en versterking.
 

Voorbereid de toekomst in

De pandemie roept een gesprek op over de mate waarin we voorbereid waren op deze pandemie, en voorbereid zijn op een volgende pandemie. Hoe kan de ruimte om ons heen, net als bijvoorbeeld bij hoogwater, voorbereid zijn om in tijden van dergelijke crises anders te functioneren? Dat vraagt ook iets van beleid. Hoe kan bijvoorbeeld het omgevingsbeleid voorzien in tijdelijke veranderingen in het functioneren van ruimtes? Uiteraard zal een eventuele volgende pandemie ons voor andere vraagstukken stellen. Juist daarom is het nodig om de inzichten van deze jaren grondig te evalueren en om te zetten in aanbevelingen voor de toekomst. De rol van de (groene) ruimte om ons heen lijkt hierbij bijzonder relevant; voor velen was daar de figuurlijke en letterlijke ademruimte te vinden. Dat heeft praktische kanten. De pandemie heeft geleerd hoe belangrijk de verschillende schaalniveaus van groene ruimte zijn, van plantsoen tot groenzone tot recreatiegebied en natuurterrein. Met name de stadsdelen met matige voorzieningen vragen aandacht: hoe kan hun verbinding met deze groene open ruimte worden verbeterd? Op een meer abstract niveau gaat het erom dat (groene) ruimte makkelijk te 'vergroten' is, en voor heel verschillende groepen betekenis kan hebben. Flux laat in het ontwerpend onderzoek zien wat dit in de praktijk kan betekenen.

Evalueer de betekenis van (groene) openbare ruimte in het doorstaan van de coronapandemie en ontwikkel een visie op de flexibele inzet van die ruimte in een eventuele volgende pandemie. Denk in het bijzonder aan de ruimte en de netwerken die ook daadwerkelijk in bezit en beheer van de provincie zijn.

Figuur – Zuid-Hollanders bewegen structureel minder dan de RIVM-bewegingsrichtlijn aanbeveelt - Flux (2021)
Figuur – Zuid-Hollanders bewegen structureel minder dan de RIVM-bewegingsrichtlijn aanbeveelt - Flux (2021)
Figuur – Groen en natuur is voor Zuid-Hollanders belangrijk, maar gebieden met kwaliteit zijn niet altijd dichtbij - Flux (2021)
Figuur – Groen en natuur is voor Zuid-Hollanders belangrijk, maar gebieden met kwaliteit zijn niet altijd dichtbij - Flux (2021)
3. Concrete en Zuid-Hollandse aanpak

De pandemie heeft nieuwe inzichten gegeven in het functioneren van specifieke leefomgevingen. De ontwerpstudies laten zien dat bepaalde plekken in het bijzonder de aandacht verdienen, omdat ze onvoldoende blijken te bieden, of juist onverwacht kansrijk zijn.

Content image - Concrete en Zuid-Hollandse aanpak
De pandemie leert dat de meest veerkrachtige plekken binnen een straal van 15 minuten veel verschillende faciliteiten hebben, wat van groot belang is bij een lockdown of bij thuiswerken.

Dat zou gunstig kunnen uitpakken voor de vele kleinere binnensteden, waar leegstand van winkels een steeds groter probleem is. De verkenning van Urhahn stipt in dat verband de binnenstad van Vlaardingen aan. Tegelijk scoort de verstedelijkingsgeneratie van bijvoorbeeld Spijkenisse, Zoetermeer, Alphen aan den Rijn matig. Dat is niet nieuw, maar dat inzicht is door corona wel versterkt. De ontwerpstudie van Flux wijst op de bijzonder magere buitenruimte van op zichzelf al kwetsbare wijken, zoals Korte Akkeren in Gouda. Ook diverse kantoorgebieden vragen om aandacht; de studie van Urhahn noemt in dat verband Rivium.

Onderzoek typerende Zuid-Hollandse leefmilieus op de gevolgen van de pandemie. Zorg voor extra inzet om problemen te voorkomen en bereik met actief ingrijpen dat we juist nu winst kunnen boeken en nieuwe kansen kunnen grijpen.

Zuid-Holland besteedt al via diverse instrumenten en programma’s aandacht aan groen. De daadkrachtige uitvoering valt niet altijd mee, tegenover krachtige andere ruimtelijke ontwikkelingen zoals wonen, verkeer en tegenwoordig ook duurzame energie. Maar juist de betekenis van groen voor welzijn, voor gezondheid en voor ontmoeting is in deze pandemie overduidelijk geworden – zie ook de persoonlijke portretten in dit advies. Groene ruimte in de directe woonomgeving, maar ook goed bereikbare groengebieden buiten de stad, werden vaak veel intensiever gebruikt. Veel mensen geven aan graag aan bepaalde nieuwe gewoontes vast te houden. Zoals sommige onderzoeken constateren, biedt meer thuiswerken ook een kans; daarmee komt er ‘reisbudget’ vrij dat anders kan worden ingezet. Als dit leidt tot duurzaam meer tijd besteed aan gezondheid, buiten zijn en beweging, is dat winst.

Gebruik alle bestaande instrumenten, of markeer met een Actieplan Gezond Groen juist een pakket maatregelen, om van een tijdelijke situatie naar een duurzame verbetering te komen. Richt dat actieplan op betere benutting, betere verbindingen, het opheffen van barrières en aantrekkelijke mogelijkheden om samen buiten te zijn. Groenblauwe netwerken verbinden de gemeentelijke schaal met het regionale niveau.

Tijdens de pandemie heeft het internetbestellen een vlucht genomen en dat zal vermoedelijk na de pandemie structureel op een hoger niveau blijven.

Zuid-Holland is nu al een provincie met een hoge belasting door logistiek. Die hoge belasting was al voor corona een punt van zorg maar is dat nu eens te meer. Nog meer drukte door pakkettenstroom is ongewenst. Tegelijk kan goed georganiseerd bestellen ook weer druk wegnemen op wegen, parkeerplaatsen en in winkels.

Ga voortvarend op zoek naar nieuwe concepten voor bestellingen via internet, bijvoorbeeld via het Provinciaal Innovatieteam. Met name aan de ontvangende kant zijn tijdens de pandemie ideeën aangemoedigd om verzamelpunten in buurten te maken die het verkeer beperken, de leefbaarheid vergroten en de hoeveelheid afval verkleinen. Zoek naar nieuwe betekenissen van binnensteden en fysieke winkels in combinatie met bestellingen via internet.

Content image 1
Figuur – Kansen en mogelijke interventies in binnensteden om nieuwe typen ontmoetingen mogelijk te maken – Urhahn (2021)
De pandemie heeft op veel vlakken.

De pandemie heeft op veel vlakken tot innovatie geleid; op sociaal vlak, om elkaar te blijven ontmoeten; op sportief vlak, door bijvoorbeeld trainingen buiten te organiseren; op economisch vlak, zoals restaurants die meer afhaalmaaltijden aanbieden. Er zijn, ook al waren ze soms uit wanhoop geboren, talloze kleine, leuke, inspirerende initiatieven genomen. Zelfs als die deels nu gelukkig niet meer nodig zijn, is het geweldig als we de bruikbare ideeën voor de toekomst kunnen omarmen. Zeker omdat ze laten zien hoe in onze georganiseerde samenleving improvisatie een rol kan spelen, en zich weer kan verbinden met lange lijnen van ontwikkeling. De pandemie moet niet alleen voortleven als een reeks van slechte jaren, maar ook als een laboratorium voor tal van kleine, inspirerende initiatieven die blijvende verbeteringen bleken. De leefbaarheidsbudgetten in sommige gemeentes zijn een voorbeeld, maar soms wat vrijblijvend. De nadruk ligt hier op een blijvende en zelfredzame verbetering.

Maak een stimuleringsprogramma om kleine succesvolle ideeën op te sporen, te belonen en uit te wisselen. Met kleinschalige financiering kunnen we er blijvende verbeteringen van maken.

4. De provincie als grote werkgever

De coronapandemie zwengelt nuttige discussies aan over thuiswerken, mobiliteit en het gebruik van kantoren. De provincie moet als overheidslaag en beleidsmaker hier een standpunt over innemen en lijnen uitzetten. Maar de pandemie had ook een democratiserend effect; niemand en niets is ongemoeid gelaten. Ik wil in dit bijzondere geval de provincie nadrukkelijk oproepen naar zichzelf te kijken. De provincie is een grote werkgever en beheerder van een omvangrijke werklocatie. Door zelf een kordate, innovatieve benadering te kiezen toont de provincie leiderschap en inspireert andere grote werkgevers andere routes te verkennen.

Content image - De provincie als grote werkgever
De provincie genereert daarmee kennis van nieuwe vormen van werken die thuiswerken, mobiliteitsbeperking en piekafvlakking combineren met gezond, inspirerend en succesvol werken.

Maar ook kennis over de positie van kantoren: welke betekenis gaan die krijgen voor ontmoeten of juist voor geconcentreerd werken? Hoe kan het werken zo worden georganiseerd dat daadwerkelijk minder kantoorruimte nodig is? En dat levert dan weer inzichten op over de toekomstige ruimtevraag van kantoren.

Ontwikkel met spoed een visie op de eigen positie als grote werkgever, streef doelbewust naar kennisontwikkeling en experiment en neem hiermee een leidende positie in. Verbindt die bijvoorbeeld met de Werkgemeenschap van de Toekomst. Betrek hierbij zowel het werken op kantoor als het werken thuis. Voor beide omgevingen geldt dat ze gezond, aantrekkelijk en effectief moeten zijn.

Content image 1
Figuur – Ook als grote werkgever kan de provincie Zuid-Holland de geleerde lessen in de praktijk brengen – Urhahn, 2021
Ten slotte

Dit advies is noch compleet, noch dwingend, noch af. Het nodigt uit tot overweging, gesprek, aanvulling en keuzes. Het geeft concrete handvaten en denkrichtingen en laat ruimte voor andere inzichten. Vanuit een situatie waarin noodverbanden moesten worden gelegd, snelle en soms discutabele maatregelen moesten worden genomen, moeten we toe naar een nieuw perspectief, vooruit kijken, capacity to aspire.

Ik roep Gedeputeerde Staten op in het laatste jaar van haar periode voortvarend een gesprek te openen, binnen de organisatie maar vooral ook met partners: andere overheden, ngo’s, onderzoeksinstellingen, bedrijven, burgers. Als PARK draag ik graag bij aan dat gesprek.

vier scenarios